top of page

Stoomlocomobiel "MUG".​

 

Stoomlocomobiel "MUG"

Voor het ontwerp van deze kleine stoomlocomobiel stond een Flowler machine model. Het ontwerp is van H.Guikink en werd door R.E.N. van Dort tot een simpel stoomwerktuigje uitgewerkt. De locomobiel kan zowel met spiritus als met Esbitblokjes worden gestookt en loopt meer dan een half uur op een ketelvulling. Dit is mijn eerst modelbouw model geweest en is beschreven in het Handboek Model Bouwer  ISBN 90 2010 998 7
Tekeningnummer: 42.10.003 
Lengte: 140 mm, boring x slag: 5 x 12 mm, vliegwieldiameter: 52 mm.

Enige tijd later is naar aanleiding van de Mug een mini Mug  gebouwd, deze is ongeveer op halve grote gebouwd.

Stoomlocomobiel "MUG".​

 

Stoomlocomobiel "MUG"

Voor het ontwerp van deze kleine stoomlocomobiel stond een Flowler machine model. Het ontwerp is van H.Guikink en werd door R.E.N. van Dort tot een simpel stoomwerktuigje uitgewerkt. De locomobiel kan zowel met spiritus als met Esbitblokjes worden gestookt en loopt meer dan een half uur op een ketelvulling. Dit is mijn eerst modelbouw model geweest en is beschreven in het Handboek Model Bouwer  ISBN 90 2010 998 7
Tekeningnummer: 42.10.003 
Lengte: 140 mm, boring x slag: 5 x 12 mm, vliegwieldiameter: 52 mm.

Enige tijd later is naar aanleiding van de Mug een mini Mug  gebouwd, deze is ongeveer op halve grote gebouwd.

"Duplex"

Dubbelwerkende oscillerende stoommachine

Dit model werd in 1976 als Simplex machine ontworpen door R.E.N. van Dort, voorzitter/secretaris van de Stoomgroep Holland. De machine in door W.Th.M. de Groot gebouwd als Duplex. Deze laatste is als voorbeeld geweest voor het door mij gebouwde model.

De volledige beschrijving is te vinden in het Handboek Model Stoommachines
ISBN 90 2010 998 7

Balans stoommachine

Dit type stoommachine is afgeleid van de atmosferische mijnpomp machine van Newcomen en Smeatton. De balansmachine had echter voor de aandrijving in de meeste fabrieken  een te laag toerental, werkte met te lage drukken en vereiste bij grote vermogens enorme afmetingen. Door de komst van compacte hoge druk machines werden ze later alleen nog maar voor watertransport gebruikt. De eerst stoomgemalen in Nederland werkten uitsluitend met dit type. Hoe het een en ander werkte is nog te zien in het gemaal "Cruquius" bij Heemstede.

Tekeningen zijn te verkrijgen bij het tekeningenarchief van de NVM onder nummer 60 01 012

Luchtgekoelde vacuummachine "POPPIN" 

De machine bestaat in hoofdzaak uit een door zuiger in een cilinder gedreven krukas, deze is voorzien van een kam gecommandeerde klep welke de warmte toevoer regelt. Voor deze klep wordt een vlam geplaatst en gedurende de inlaatslag van de zuiger blijft deze klep open en zuigt het hete gas de cilinder in. Vlak voor het einde van de inlaatslag sluit de klep de inlaatopening. Door de relatieve koude cilinder wordt het hete gas afgekoeld en er ontstaat een onderdruk (vacuüm) daardoor wordt de zuiger naar binnen gedreven voor de arbeidsslag. De klep opent en de voortstuwende kracht van het vliegwiel zorgt dat de machine weer aan zijn volgende slag begint. Het vermogen is relatief klein van deze machines en zeer gevoelig wat betreft afstelling. Door de grote en afstand  van de vlam te variëren kunnen we de snelheid regelen tussen ongeveer 200 en 1000 omwentelingen per minuut.

De Poppin luchtgekoelde vacuümmachine is beschreven in 1980 in het blad Live Steam en het ontwerp is van Dr.J.R.Senft, in 1982 is door Dhr M.G.Vos een vertaling geplaatst in De modelbouwer

Houten Balans Stoommachine 

 

Beschrijving:              Live Steam  oktober 1980
Ontwerp:                    Elmer Verburg
Tekeningen:               Connie Lovell
Boring:                       19.05 mm
Slag:                           31.75 mm
Vliegwieldiam:          165 mm

Deze stoommachine is een mooi beginners model, wanneer de machine geheel af is heb je een hele mooie combinatie van hout en messing. 

Dubbelwerkende Voedingspomp 

Deze stoom voedingspomp is beschreven in het Handboek voor den modelbouwer Deel 3 machinebouw, dit is een samengestelde reeks artikelen uit de eerste 5 jaargangen van “De modelbouwer”en is uitgegeven door N.V. uitgeversmaatschappij “De Esch”uit Hengelo. De auteur van deze stoom voedingspomp was Joh.B. Wildervanck en bouwde deze stoom voedingspomp in 1942. De meeste onderdelen zijn van messing en brons, het is een eenvoudig te maken model met goede pomp eigenschappen en van redelijke afmetingen. Door de stoomtoevoer te regelen is het aantal slagen per minuut te variëren van 15 tot plusminus 200. Dat wil zeggen, dat de water opvoer per minuut regelbaar is tussen 10 en 130 cc.  

Horizontale dubbelwerkende oscillerende stoommachine

Deze machine komt uit "De gids voor Machinisten" 3e druk van E.F.Scholl (1874)
De stoomcilinder is voorzien van 2 holle astappen, de bakschuif wordt door een stangenstelsel door zijn eigen schommelende beweging bediend, soortgelijke schommelmachines werden ook in radarstoomboten gebruikt.

Dit model is helaas in 1985 gestolen tijdens de tentoonstelling Techniek in vrije tijd.

​

Klik op de foto voor een Youtube film

2 cilinder dubbelwerkende stoommachine

Deze 2 cilinder dubbelwerkende stoommachine is een combinatie van diverse machines, de basis is van de "Neptunus" (deze is beschreven in het Handboek model stoommachines) echter zonder toepassing van de Stephenson schaarbeweging. Ik heb eerst de cilinders, drijfstangen en krukas getekend en daar omheen een horizontaal frame getekend. De schuifkast en stoompoorten zijn aangepast, door het toepassen van een groter vliegwiel is het een langzaam lopende machine geworden. 

Technische gegevens:

Boring:                      15mm            
Slag:                          22mm
Vliegwieldiam:           75mm
Tekeningen:              v Rooyen/TG Sprong

​

​Dit model is helaas in 1985 gestolen tijdens de tentoonstelling Techniek in vrije tijd. 

Overcranck engine "Georgina"

De "Georgina" zoals beschreven in de Model Engineer september 1980 is als basis gebruikt voor mijn model, er zijn geen gietstukken gebruikt zoals de auteur Tubal Cain beschreef,  maar opgebouwd uit diverse materialen. Verschillende onderdelen zijn van andere modellen gebruikt zoals b.v. de cilinder en het vliegwiel deze zijn van de "Williamson". De cilinder had een boring van 5/8 inch en een slag van 1 1/8 inch. Ook de maatvoering is wat aangepast door de formule 1 inch = 24 mm te gebruiken daardoor worden alle engelse maten omgezet in bruikbare mm maten, bijvoorbeeld 5/8 word dan 15 mm. Klein nadeel is dat het model ongeveer 5% kleiner wordt. Bij het origineel ontwerp werd de zuigerstang geleid door een lagerbus welke bevestigd was tussen de kolommen, dit is door mij vervangen door een parallel stangen stelsel zoals ook in die tijd gebruikt werd bij sommige "Wall Engines". Aan dit parallel stangenstelsel is aan de ene zijde een condensorpomp en aan de andere zijde een ketelwater voedingspomp geplaatst. 


Dit model is helaas in 1985 gestolen tijden de tentoonstelling Techniek in vrije tijd

17 cc watergekoelde 4 takt benzinemotor "LISTER"

Stationaire motoren zijn in grote aantallen gemaakt in de jaren vanaf 1900 in allerlei uitvoeringen, types en vermogens. Ze werden vooral in die tijd gebruikt toen de meeste mensen nog niet over elektriciteit beschikten voor het aandrijven van machines zoals waterpompen, meelmolens, dorsmachines, zaagbanken, en andere hulpmiddelen. Ook werden ze gebruikt om de verlichting te laten branden, overigens gebeurt dit nu nog volop echter in een modernere uitvoering.

Tekening No 60.10.005  Nederlandse Modelbouw Vereniging

Dubbelwerkende Horizontale Stoommachine "BROMO" 

Beschreven in de Modelbouwer jan 1981 t/m mei 1982
Auteur:                                 R.E.N. van Dort
Getekend:                             H.J. Venema
Lengte:                                 630 mm
Breedte:                                250 mm
Boring:                                 40 mm
Slag:                                     60 mm
Vliegwieldiameter:               225 mm

kopie verkrijgbaar bij tekeningenarchief van de NVM onder nummer 62.01.018

​

Klik op de foto voor een Youtube film

Matthew Murray's Hypocycloidal Straihgt-Line Engine

Het ontwerp van eerdere stoommachines is ontstaan uit nood om het water uit de mijnen te pompen welke erin vloeide. Het principe van de pompwerking was van invloed op de ontwikkeling van de stoommachine. Een wisselende beweging meedelen aan een pomp was een fundamenteel vereiste. Dit gegeven zorgde voor een eenvoudige aandrijving van een stoomzuiger met een pomp, welke verbonden door een balk, draaiend om  een as in het midden. Deze staan bekend als "Beam Engines" en zijn geïntroduceerd door Thomas Newcomen in 1712, later verbeterd door James Watt en anderen. Dit was het tijdperk waarin de mens nauw betrokken was met het bedienen van een ingewikkeld stelsel van hefbomen en verbindings- mechanisme's welke zorgden voor de toe en afvoer van de stoom. Dit was voor verbetering vatbaar vond o.a Matthew Murray (1765-1826). Matthew Murray werd geboren in Newcastle-on-Tyne. Murray was in zijn jeugd aldaar in dient bij een smid als leerling, hij verhuisde naar Stockton-on-Tees, werkte in een gereedschapswinkel voordat hij weer verhuisde naar Leedsen en daar diverse baantjes had op mechanisch gebied. Murray bouwde een goede reputatie op als technicus en werd zelfs uitgenodigd om deel te nemen in een firma van Felton. In Holbeck Leeds startte Felton, Murray en Wood in 1797 een machinefabriek, door Murray's vindingrijke talent werden zij een serieuze concurrent van Boulton & Watt. Murray zag dat er behoefte was aan een kleine eenvoudige stoommachine om machines in werkplaatsen en fabrieken aan te drijven. In die dagen was het algemeen om de stoommachines te leveren in onderdelen en dan ter plaatse op te bouwen. Ofschoon de "Beam Engine" als de volmaakte beweging beschouwd werd, verbrak Murray met dit traditioneel ontwerp in 1802 toen hij een stoommachine bouwde met een Hypocycloidal straight line motion. Van deze machine zijn er een aantal gebouwd met dit mechanisme, een van deze machines werkte vele jaren bij de Firma John-Bradley & co (Stourbridge). Later is de machine overgeplaatst naar N Hingley & Sons (Netherton) Ltd, welke op zijn beurt de stoommachine in 1961 aanbood bij het Birmingham museum.

Portable Steam Plant "The Dairy Engine"

The Dairy Engine: A2 inch. Scale Model of A self-contained steam plant. In 1982 is naar aanleiding van een beschrijving in het Handboek voor de Modelbouwer een kruispijp ketel gemaakt, deze kruis pijpketel heeft jaren lang in de kast gestaan wachtend op een juiste bestemming. Enige jaren geleden kwam ik een artikel in de Model Engineer (december 1985) tegen waarin een portable Steam plant werd beschreven, na enig pas en meetwerk kwam ik tot de conclusie dat mijn kruispijp ketel te gebruiken was. Allereerst moest het onderste gedeelte aangepast worden, verder werden de veiligheid aangepast en het leidingwerk. De tekeningen van Dairy Engine moesten aangepast worden op de schaal van de kruis pijpketel, dat betekende een verkleining van de bestaande tekening. De oplossing hiervoor was de volgende formule: 1 inch = 24mm, bijvoorbeeld: ?" wordt dan (24:8x5) = 15mm, het model wordt dan ongeveer 5% kleiner. De ketel gaat gestookt worden door een camping gasbrander. 

Beschrijving:       Model Engineer november 1985

Trapezium Rod Engine

Dit voorbeeld van een trapezium drijfstang stoommachine wordt toegeschreven aan Professor Realeaux, die hoogleraar Kinematica was Charlotenburg. De drijfstang heeft de vorm van een trapezium en omvat volledig de cilinder.

De beweging is heel interessante en zorgt voor een aantrekkelijk model. Het vermogen is waarschijnlijk 5 tot 25 pk geweest. Er zijn weinig gegevens bekend, vliegwiel diameter ongeveer 2,7 mtr . Er zijn geen gietstukken gebruikt en alle onderdelen zijn opgebouwd en samengesteld.

Technische gegevens:

Boring:                       21mm            
Slag:                           36mm
Flywheeldiam:           183 mm
Disigned by :              Anthony Mount

Het model werd beschreven in Engineering In Miniatuur van juli 1997 tot febr 1998

Boulton and Watt "BELL CRANK ENGINE" 1802 

 De Bellcrank engine werd door Boulton en Watt in 1802 geïntroduceerd. Het ontwerp is van William Murdock en de Soho gieterij manager Mr Southern. Het doel was een kleine zelfstandige stoommachine, voor kleine bedrijven daar waar de bestaande Beam engine’s te groot voor waren. Het ontwerp werd een Bellcrank genaamd naar de vorm van het juk welke ook bij een klok voorkwam. Deze leken op de hefbomen die de ruk van het touw in een klokkentoren naar de klokken overbrachten. Het ontwerp was in productie van 1797 tot 1806.  Het model is gebaseerd op een uitvoering van 1802, deze had een lange D valve. De aandrijving naar naar de D valve is interessant. Op het vliegwiel is een excentriek ring gemonteerd. Een hefboom met een vork aan het einde (gemonteerd aan de cilinder) volgt de excentriek ring . Als het vliegwiel de hefboom ronddraait krijgen we een op-en neergaande beweging. Op het andere einde van de as is nog een hefboom gemonteerd, deze hefboom drijft de D valve aan. De basis van de stoommachine is een waterreservoir, met daarin een condens tank. De cilinder en de krukas zijn gemonteerd op het waterreservoir. Het model is gemaakt op schaal van 1 3/16” naar 1ft, zodat het vliegwiel van 9” (225 Mm) diameter geeft. Er zijn geen gietstukken gebruikt, alle onderdelen zijn opgebouwd en gesoldeerd.

Het model is gepubliceerd als een bouwserie in Engineer in Miniature juli 1993 en beëindigde in juni 1994   

Crosskill's Portable Steam-Engine

 

Een Crosskill draagbare stoommachine is een type stoommachine dat ontworpen is door W. Crosskill, een fabrikant van landbouwmachines uit Beverley, Engeland. 

Hij toonde zijn stoommachine aan op de Grote Tentoonstelling van 1851 in Londen1De stoommachine had een cilinder van 6 inch en kon gebruikt worden voor het aandrijven van verschillende machines, zoals een meelmolen of een wortelwasser

bottom of page